Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [31]Wij hebben een [32]kleine zuster, [33]die nog geen borsten heeft; wat zullen wij onze zuster doen in dien dag, [34]als men van haar spreken zal? 31. De kerk van het Oude Testament spreekt hier tot Christus van een nieuwe opgaande kerk, die uit de heidenen zou beroepen worden, die dikwijls beloofd was, gelijk Ps.2:8, en Ps.72:8; Jes.11:10; welke zij hare zuster noemt, ten aanzien van de enigheid des geloofs. De Joodse kerk wordt de oudste dochter genoemd, omdat zij het eerst geroepen is tot de gemeenschap van het verbond. Zie Rom.9:4,5. 32. Aldus wordt de kerk, uit de heidenen bestaande, genoemd, niet omdat zij klein is ten aanzien van het getal der gelovigen, maar omdat zij later tot de kennis van God in Christus geroepen is; te weten in de volheid des tijds, Ef.1:10, en Ef.2:6; want anders heeft deze kleinste of jongste zuster, die zolang onvruchtbaar geweest was, veel meer kinderen gebaard dan de oudste zuster. 33. Dat is, zij is nog niet manbaar: dat is, de tijd is nog niet gekomen dat de heidenen tot Christus zouden gebracht en aan Hem verhuwelijkt worden. 34. Dat is, als hare bekering tot Christus gekomen zal zijn; wat zullen wij dan best doen tot haar hulp, aanwas en bevestiging in de waarheid en het geloof? Dit geeft te kennen en wijst aan het ambt en de liefde der ene particuliere kerk tot de andere, in het mededelen der gaven en in het bidden voor elkander. Zie Hand.11:19,22,23. Anders: als men tegen haar spreken zal; gelijk Num.21:5, de Hebreeuwse letter Beth genomen wordt, waar aldus staat: Het volk sprak tegen God en tegen Mozes; alzo Ps.119:23: Vorsten spraken tegen mij. Zo haast als zich een volk tot den Heere bekeert, stellen zich de goddelozen daartegen met woorden en werken.